Architectonische noblesse

Architectonische noblesse

Onlangs, eind oktober 2015, is het boek “Herman en Evert Kraaijvanger, Architectonische noblesse” * verschenen. Kunst- en architectuurhistorica Ida Jager heeft een groot aantal naoorlogse projecten van de gebroeders Kraaijvanger geanalyseerd, het betreft uitsluitend Rotterdamse gebouwen. De projecten van de gebr. Kraaijvanger hebben het beeld van het na-oorlogse Rotterdam bepaald, zij hebben met het concertgebouw de Doelen, het Stationspostkantoor, en diverse projecten in het nieuwe stadshart en aan de Maasboulevard de wederopbouw en het nieuwe Rotterdam een eigen identiteit en gezicht gegeven. Naast de projecten geeft Ida Jager een goed inzicht in de maatschappelijke verhoudingen in de na-oorlogse jaren en de invloed die de moderne projecten hadden op het zelfbewustzijn van de Rotterdammers: “de nieuwe stad werd er een om trots aan te ontlenen”. De beroepsopvatting van de beide broers, enkele praktijkervaringen, hun onderlinge verhouding, de relatie met opdrachtgevers, de betekenis van “modernisme”, hun inspiratieprojecten (in Londen, New York) worden in het boek weergegeven in de vorm van een tweegesprek. Het maakt duidelijk dat de architectonische expressie nauw verbonden is met een uitgesproken idee over de nieuwe samenleving en de stimulerende positieve betekenis die de ontwerpen naar verwachting daarin zouden vervullen.

De voorbeeldige projecten in Rotterdam zijn ongetwijfeld voor veel gemeentebesturen in de jaren 60 aanleiding geweest om voor nieuwe eigentijdse ontwikkelingen in hun gemeente het bureau van Herman en Evert Kraaijvanger uit te nodigen. Ook Tilburg dat een nieuw Stadskantoor wilde bouwen. Dat is er gekomen en is, in samenhang met het belendend Paleis-Raadhuis sinds 1971 een bijzondere icoon voor de stad. In een Cultuur-Historisch Onderzoek **(CHO) wordt het gebouw van de gebr. Kraaijvanger op alle waarderingsniveaus uniek genoemd, het is Rijksmonumentwaardig.

Op dit moment is met name de Kantoortoren toe aan een intensieve update. Dat is eenvoudig mogelijk met behoud van alle specifieke en waardevolle gebouweigenschappen. Er wordt echter ook overwogen om de laagbouwvleugels van het Kraaijvanger-stadhuis aan alle zijden zeer ingrijpend uit te breiden; niet met de bestaande gebouwkarakteristiek als vertrekpunt maar met een volstrekt eigen vocabulaire  . Dat is geen goede zaak, dat levert onherstelbare schade op aan de monumentale kwaliteiten die in het CHO juist bijzonder en uniek worden genoemd.

Het boek van Ida Jager, “Herman en Evert Kraaijvanger, Architectonische noblesse”, kan voor  betrokken politici en ontwerpers een Inspiratiebron zijn om de kwaliteiten van het Tilburgse stadhuis nog preciezer op waarde te schatten en tot een veel genuanceerder ontwerp te komen  !!

 

  • Architectonische noblesse, Ida Jager, “ned- ISBN 9789462082366, oktober 2015
  • CHO: auteur bureau Steenhuis-Meurs, 281-2015; Stadskantoor Tilburg, cultuur historische waardestelling, april 2015

Leave a Comment