Dit is in no-time een bijzonder actuele vraag geworden. Hervormingen in de (ouderen)zorg hebben daar voor gezorgd. Tot kortgeleden bestonden er diverse woonvormen die aansloten op de mate van zorg die een bewoner nodig had. Een “wooncarrière” verliep meestal als volgt:
Als eerste stap werd de zelfstandige woning omgeruild voor een aanleunwoning, na een aantal jaren gevolgd door een verhuizing naar een woning binnen het verzorgingstehuis; een aantal ouderen maakte daarna nog gebruik van een woonplek in een verpleeghuis. De toenemende zorgvraag van bewoners kreeg, als vanzelf, een vervolg in verhuizing naar een woonvorm die daar in ruimte en inzet van zorgpersoneel helemaal geschikt voor was.
Als bewoner hoefde je er alleen voor te zorgen tijdig ingeschreven te zijn om het gebaande woonpad te kunnen volgen.
Dat is verleden tijd, op dit moment kennen we, grofweg, nog maar 2 woonvormen:
– het zelfstandig wonen in een eigen huur- of koopwoning; bewoners moeten zelf de benodigde zorg regelen die verleend kan worden door mantelzorgers en/of ingehuurde professionele zorgverleners.
– het intramuraal wonen in een verpleeghuis. Voor deze woonvorm is een stevige zorgindicatie nodig, het aantal verpleeghuisplekken is en blijft beperkt.
Hoe verder?
Deze ingrijpende hervorming betekent dat bewoners in de toekomst een beroep moeten gaan doen op mantelzorgers in hun omgeving: vrienden, familie. Dat gaat eenvoudiger als de afstanden klein zijn, als je dicht bij elkaar in de buurt woont, wellicht zelfs in hetzelfde woongebouw of, sterker nog in dezelfde woning. Het is waarschijnlijk dat andersom vrienden/familie ook hulp kunnen gebruiken, waarom zou je elkaar dan nu al niet opzoeken, dichter bij elkaar in de buurt gaan wonen, wellicht woonruimte en woonplezier samen delen? Het zou zo maar een hele aangename fase in je leven kunnen zijn, samen wonen met mensen die je dierbaar zijn, in je onmiddellijke nabijheid? Maar wat deel je wél en wat deel je niét samen, hoe bepaal je dat en hoe spreek je dat met elkaar af? Ga je met z’n allen in één groot huis wonen, als één gezin, of worden het 2 woningen naast elkaar met wederzijdse sleuteluitwisseling? Of een tussenvorm, letterlijk, waarin de gezamenlijke boekenkast wordt ondergebracht, in combinatie met een loungeplek, terras, logeerruimte , etc…… Samen wonen geeft mogelijkheden om de zelfstandige woning voor een lange tijd geschikt te maken: allereerst om er met veel plezier met meerdere mensen gebruik van te maken en vervolgens om de (wellicht) optredende zorgvraag van een passend antwoord te kunnen voorzien, zowel ruimtelijk als qua voorzieningen omdat daar vooraf op is ingespeeld.
Voorbeeld
In het buitenland zijn deze woonvormen al gangbaar; vaak wonen er meerdere generaties op één plek, meer of minder verwant met elkaar. In Duitsland worden ze Mehrgenerationshäuser genoemd. In Nederland zijn deze initiatieven ook in opkomst, bijvoorbeeld via herbestemming van vrij gekomen boerderijen of oudere (monumentale) gebouwen die te groot zijn voor bewoning door één huishouden. Villa Montrose in Doorn is een voorbeeld van monumentale herbestemming: 2 gezinnen wilden het voormalige Pension (bouwjaar ca. 1900) gaan bewonen: elk gezin kreeg een zelfstandige, complete woning, maar de 4 volwassenen en 2 kinderen deelden daarnaast een bibliotheek met leestafel, fauteuils en weldadige veranda met elkaar, een gemeenschappelijke huiskamer. Dit bleek een zeer waardevolle plek te zijn toen het huis in gebruik genomen werd, op informele wijze kon het persoonlijke contact onderhouden en verdiept worden. Inmiddels zijn alle bewoners weer uitgevlogen en heeft de villa weer een andere bestemming en eigenaar gekregen.
Professioneel klankbord
Bij het project Villa Montrose is gebleken dat een architect al vanaf de oriëntatiefase heel waardevol kan zijn:
- hij/zij kan uiteenlopende modellen schetsen waaraan, geruststellend op papier, gespiegeld kan worden wat samenwonen eigenlijk voor alle betrokkenen betekent. Wat verwacht je van elkaar, wat wil je zeker wel/niet met elkaar delen, hoe is de balans tussen zelfstandig wonen en woonkwaliteiten delen?
- hij/zij kan bij bestaande huizen meekijken of ze geschikt (te maken) zijn voor het woonideaal dat bewoners voor ogen hebben, welke (ver)bouwkosten daarmee gemoeid zijn en het ontwerp verzorgen, de bouwfase begeleiden en de opdrachtgevers zoveel mogelijk vrijwaren van bouwperikelen.
Het zou zo maar eens een goed idee kunnen zijn om eens van gedachten te wisselen over de toekomstige woonsituatie …….met vrienden, met familie, met een architect?
Ton van der Hagen, 3 maart 2015
Wellicht ook interessant:
– op 27-12-2014 heeft de Volkskrant in haar weekend-magazine een verkenning naar woonmogelijkheden m.n. voor ouderen gepubliceerd (blz 26-31).
– Cabaretière Karin Bruers leverde, als columniste van magazine Rabo Dichterbij, onlangs een ontwapenend en inspirerend idee onder de titel : “zorg ik voor jou, zorg jij voor mij”. Door het sluiten van een “sociaal huwelijk” met anderen/meerderen spreek je niets meer, maar ook niets minder met elkaar af dan dat je voor elkaar zult zorgen, dat je zorgt voor elkaars sociale zekerheid. “Een nieuwe wet zou deze huwelijksvorm, zonder verdere verplichtingen mogelijk moeten maken”, aldus de columniste.